Bewustwording C2C in de les
Om C2C aan te brengen in je les zijn er een paar zaken die je daarbij kunnen helpen.
Eerst en vooral is het belangrijk om te starten bij de zelfbewustwording van de leerlingen. Dit is belangrijk omdat de leerlingen moeten weten dat het duurzaamheidsvraagstuk ook hen aangaat, net zoals iedereen op de aarde. Als je vertrekt vanuit de zelfbewustwording van de leerlingen, creëer je ook een grotere betrokkenheid bij de leerlingen. Je speelt in op de waarden en normen die hen van jongs af aan aangeleerd zijn en creëert een soort ‘schuldgevoel’ bij de leerlingen. Als leerkracht moet je dus de nadruk leggen op het feit dat hun levensstijl en gewoontes een negatieve impact hebben op het duurzaamheidsvraagstuk. In het geval van de zonne-energie kan je bijvoorbeeld vragen of er iemand zonne-energie thuis gebruikt. (+ waarom wel/ waarom niet)
Ten tweede is het vaak handig om vakoverschrijdend te werk te gaan. Als we kijken naar het verhaal van de zonnepanelen en het energievraagstuk, kan er al een link worden gevormd tussen de vakken aardrijkskunde, fysica, wiskunde, biologie, PAV en zedenleer. Als er tijdens meerdere vakken gepraat wordt over duurzaamheid, zal dit de bewustwording van de leerlingen aanwakkeren. “Wauw, dit thema wordt in 3 verschillende vakken aangehaald. Dit zal wel heel belangrijk zijn.” Dat is (uiteraard sterk overdreven) het gewenste effect dat je wilt verkrijgen door vakoverschrijdend te werk te gaan.
Ten derde is het zeer belangrijk om je leerlingen te motiveren en te betrekken in de les. Zonder motivatie zal er ook geen bewustwording komen. Laat de leerlingen actief meewerken tijdens de les. Voer bijvoorbeeld een discussie, laat ze zelf naar oplossingen zoeken (in plaats van ze zelf aan te reiken), laat ze in groep een spreekbeurt maken over een duurzaamheidsthema dat ze zelf leuk vinden,... Kortom: Gebruik zoveel mogelijk actieve werkvormen om de bewustwording aan te wakkeren.
Eerst en vooral is het belangrijk om te starten bij de zelfbewustwording van de leerlingen. Dit is belangrijk omdat de leerlingen moeten weten dat het duurzaamheidsvraagstuk ook hen aangaat, net zoals iedereen op de aarde. Als je vertrekt vanuit de zelfbewustwording van de leerlingen, creëer je ook een grotere betrokkenheid bij de leerlingen. Je speelt in op de waarden en normen die hen van jongs af aan aangeleerd zijn en creëert een soort ‘schuldgevoel’ bij de leerlingen. Als leerkracht moet je dus de nadruk leggen op het feit dat hun levensstijl en gewoontes een negatieve impact hebben op het duurzaamheidsvraagstuk. In het geval van de zonne-energie kan je bijvoorbeeld vragen of er iemand zonne-energie thuis gebruikt. (+ waarom wel/ waarom niet)
Ten tweede is het vaak handig om vakoverschrijdend te werk te gaan. Als we kijken naar het verhaal van de zonnepanelen en het energievraagstuk, kan er al een link worden gevormd tussen de vakken aardrijkskunde, fysica, wiskunde, biologie, PAV en zedenleer. Als er tijdens meerdere vakken gepraat wordt over duurzaamheid, zal dit de bewustwording van de leerlingen aanwakkeren. “Wauw, dit thema wordt in 3 verschillende vakken aangehaald. Dit zal wel heel belangrijk zijn.” Dat is (uiteraard sterk overdreven) het gewenste effect dat je wilt verkrijgen door vakoverschrijdend te werk te gaan.
Ten derde is het zeer belangrijk om je leerlingen te motiveren en te betrekken in de les. Zonder motivatie zal er ook geen bewustwording komen. Laat de leerlingen actief meewerken tijdens de les. Voer bijvoorbeeld een discussie, laat ze zelf naar oplossingen zoeken (in plaats van ze zelf aan te reiken), laat ze in groep een spreekbeurt maken over een duurzaamheidsthema dat ze zelf leuk vinden,... Kortom: Gebruik zoveel mogelijk actieve werkvormen om de bewustwording aan te wakkeren.
Aardrijkskunde
In dit vak staan er sowieso al competenties in het leerplan die werken rond duurzaamheid (zowel voor de 1ste als de 2de graad). Het C2C-principe kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de 3p’s (planet, profit, people) uit te leggen en toe te passen. Een andere les kan zijn dat de klas vertrekt vanuit 1 product (bijvoorbeeld: GSM, auto,...) en dat elke stap van het productie -en verwerkingsproces wordt overlopen, net zoals op deze site gebeurd is voor zonnepanelen. |
Fysica
Hier kan gewerkt worden rond duurzame energie. Er kan bijvoorbeeld een vraagstuk worden opgesteld over het verschil tussen auto’s die rijden op fossiele brandstoffen en auto’s die rijden op elektrische energie. In het vraagstuk bereken je wat het verschil is in energieverlies tussen de 2 auto’s. Bij fossiele brandstoffen verlies je veel meer van de oorspronkelijke energie (aan productie, transport en gebruik) dan bij een elektrische auto.
|
Talen
Bij deze vakken is er geen rechtstreekse link met duurzaamheid en het C2C-principe. Dit wilt niet zeggen dat hier niet rond gewerkt kan worden. Als je bijvoorbeeld aanleert hoe je een discussie moet voeren, kan de discussie gaan over C2C. De nadruk ligt dan eerder op de manier waarop je discussie voert, maar er wordt tegelijkertijd toch ook gewerkt aan de bewustwording van de leerlingen.
|