Het verhaal van het C2C-principe is een wicked problem. Een wicked problem is een probleem dat bijna onmogelijk op te lossen is door onvolledige, tegenstrijdige en veranderlijke eisen die moeilijk te herkennen zijn. Een probleem waar de oplossing vereist dat een groot aantal mensen hun denkbeelden en gedrag moet veranderen.
Een wicked problem kan niet vlug geanalyseerd worden, daarvoor is het probleem veel te ingewikkeld. Daarom doen we hier aan systeemdenken. Systeemdenken is een verzameling van methodes om het probleem grondig te kunnen onderzoeken. Tijdens het systeemdenken zoekt men naar relaties, patronen, invloeden van het probleem en probeert men uit verschillende ooghoeken het probleem te bekijken. Pas nadat je aan systeemdenken hebt gedaan, kan je verder werken met het probleem.
Hier staat een relatiecirkel getekend. Dit is een goede manier om aan systeemdenken te doen rond een wicked problem, zoals afvalverwerking. Op de relatiecirkel staan er verschillende variabelen die in verband staan met elkaar. Als de ene variabele toeneemt, kan de andere bijvoorbeeld afnemen. Dit is echter niet altijd het geval.
De 5 variabelen die we hier hebben gekozen zijn ‘kost van het productieproces’, ‘hoeveelheid producten’, ‘recyclage en hergebruik’, ‘afval’ en ‘bewustwording’.
Wat zijn de verbanden tussen deze variabelen?
We beginnen bij bewustwording. Als je als persoon wil inzetten voor het cradle-to-cradle principe, dan heeft dit een grote invloed op verschillende variabelen. Je gebruikt bijvoorbeeld telkens een brooddoos. Daardoor zal je minder aluminiumfolie moeten kopen, dus de hoeveelheid producten (in dit geval de aluminiumfolie) vermindert. Dit voorbeeld kunnen we ook plaatsen bij ‘recyclage en hergebruik’ en ‘afval’. Je hergebruikt telkens je brooddoos en het afval dat je produceert zal verminderen. Het verband tussen de hoeveelheid afval en de hoeveelheid producten is simpel, hoe meer producten hoe meer afval.
Dit is een korte bespreking over deze relatiecirkel. Er kunnen nog meer variabelen geplaatst worden op de cirkel, dit kan je zelf kiezen. Plaats maximaal 10 variabelen op de cirkel anders wordt de relatiecirkel onduidelijk.
Hoe gebruik ik een relatiecirkel in mijn les?
Een relatiecirkel kan je gebruiken om je les voor te bereiden. Na het opzoeken van informatie moet je alles in 1 geheel kunnen plaatsen. Je moet zoeken naar de verbanden tussen de delen: welk deel heeft invloed op een ander deel. Door een relatiecirkel te tekenen, kun je op een heel simpele manier het geheel met de verbanden voorstellen. Het volledige verhaal kan je via deze cirkel uitleggen.
Kunnen de leerlingen een relatiecirkel gebruiken?
Ja! Leerlingen hebben het vaak moeilijk om de structuur te zien in de cursussen. Net als een mindmap of een korte samenvatting kan je de relatiecirkel gebruiken. Teken samen de cirkel om de structuur van de leerstof te illustreren en te verduidelijken.
Een wicked problem kan niet vlug geanalyseerd worden, daarvoor is het probleem veel te ingewikkeld. Daarom doen we hier aan systeemdenken. Systeemdenken is een verzameling van methodes om het probleem grondig te kunnen onderzoeken. Tijdens het systeemdenken zoekt men naar relaties, patronen, invloeden van het probleem en probeert men uit verschillende ooghoeken het probleem te bekijken. Pas nadat je aan systeemdenken hebt gedaan, kan je verder werken met het probleem.
Hier staat een relatiecirkel getekend. Dit is een goede manier om aan systeemdenken te doen rond een wicked problem, zoals afvalverwerking. Op de relatiecirkel staan er verschillende variabelen die in verband staan met elkaar. Als de ene variabele toeneemt, kan de andere bijvoorbeeld afnemen. Dit is echter niet altijd het geval.
De 5 variabelen die we hier hebben gekozen zijn ‘kost van het productieproces’, ‘hoeveelheid producten’, ‘recyclage en hergebruik’, ‘afval’ en ‘bewustwording’.
Wat zijn de verbanden tussen deze variabelen?
We beginnen bij bewustwording. Als je als persoon wil inzetten voor het cradle-to-cradle principe, dan heeft dit een grote invloed op verschillende variabelen. Je gebruikt bijvoorbeeld telkens een brooddoos. Daardoor zal je minder aluminiumfolie moeten kopen, dus de hoeveelheid producten (in dit geval de aluminiumfolie) vermindert. Dit voorbeeld kunnen we ook plaatsen bij ‘recyclage en hergebruik’ en ‘afval’. Je hergebruikt telkens je brooddoos en het afval dat je produceert zal verminderen. Het verband tussen de hoeveelheid afval en de hoeveelheid producten is simpel, hoe meer producten hoe meer afval.
Dit is een korte bespreking over deze relatiecirkel. Er kunnen nog meer variabelen geplaatst worden op de cirkel, dit kan je zelf kiezen. Plaats maximaal 10 variabelen op de cirkel anders wordt de relatiecirkel onduidelijk.
Hoe gebruik ik een relatiecirkel in mijn les?
Een relatiecirkel kan je gebruiken om je les voor te bereiden. Na het opzoeken van informatie moet je alles in 1 geheel kunnen plaatsen. Je moet zoeken naar de verbanden tussen de delen: welk deel heeft invloed op een ander deel. Door een relatiecirkel te tekenen, kun je op een heel simpele manier het geheel met de verbanden voorstellen. Het volledige verhaal kan je via deze cirkel uitleggen.
Kunnen de leerlingen een relatiecirkel gebruiken?
Ja! Leerlingen hebben het vaak moeilijk om de structuur te zien in de cursussen. Net als een mindmap of een korte samenvatting kan je de relatiecirkel gebruiken. Teken samen de cirkel om de structuur van de leerstof te illustreren en te verduidelijken.